zondag 18 januari 2009

Woordgebruik

Israël kent twee grote etnische groepen staatsburgers, dus mensen met de Israëlische nationaliteit: Joden en Arabieren. De laatste groep maakt ongeveer 20% van de Israëlische bevolking uit en is ook vertegenwoordigd in de Knesset, het Israëlische parlement. Het merendeel is moslim, kleine minderheden zijn christenen en Druzen.

In Nederland wonen Arabieren en Berbers, of: mensen met een Arabische of Berberse achtergrond. We noemen ze alleen zelden of nooit zo. We noemen ze, naar hun land van herkomst, Marokkanen. Maakt het wat uit? Niet zo veel. Het geeft misschien aan dat taalgebruik en woordkeus merkwaardige gewoonten zijn. Daar ga ik dan wel eens over zitten nadenken. Waarom zeggen we, ook hier in Nederland, dat 20% van de Israëlische bevolking uit Arabieren bestaat? Ik denk dat de overgrote meerderheid niet alleen Arabier is, maar - van oorsprong - ook Palestijn. Dus: 20% van de Israëlische bevolking, een minderheid, maar geen kleine, is Palestijn. Dat klinkt een beetje vreemd, zeker onder de huidige omstandigheden. Spreken we daarom over Arabieren?