zondag 4 april 2010

Leidend

In een opiniërend artikel van Hans Goslinga, politiek journalist, in Trouw kwam ik een citaat tegen uit het (concept-)verkiezingsprogramma van het CDA: "Wie naar Nederland komt mag in vrijheid zijn geloof belijden. Tegelijkertijd komt hij in een samenleving waar de joods-christelijk en humanistische traditie en cultuur de samenleving kleuren. Dat betekent dat de Westerse cultuur en waarden en normen leidend zijn voor de samenleving." Goslinga concludeert dat wat het CDA met de ene hand geeft met de andere weer terugneemt. Dat denk ik ook, maar daar gaat het mij nu even niet om. Het gaat mij om dat woordje "leidend".

Ik behoor tot het soort liberalen die vinden dat in een democratie geen 'leidende' normen en waarden bestaan. Er worden normen en waarden gehanteerd - in de wetgeving, in het gewoonterecht en in allerlei dagelijkse omgangsvormen - die een meerderheid acceptabel vindt, maar niet onnodig voorschrijft aan de minderheid. Een minderheid vindt het daarom meestal nog wel redelijk toeven in een democratie.

Je zult mij niet horen ontkennen dat onze cultuur voor een zeer belangrijk gedeelte gevormd is door de beginselen van christendom, jodendom en humanisme. Maar dat is niet van de ene op de andere dag gegaan. Eeuwenlang was de Heilige Moederkerk (zacht uitgedrukt) leidend. Vervolgens was, in ons land, het protestantisme geruime tijd leidend.  De Verlichting, het humanisme, heeft ervoor gezorgd dat de diverse geestelijke stromingen elkaar begonnen te tolereren en zelfs als gelijkwaardig te accepteren. Toch was nog in mijn jeugd een huwelijk tussen een protestant en een katholiek, soms zelfs tussen twee protestanten van verschillende denominaties, niet of nauwelijks bespreekbaar. Tot op de dag van vandaag is antisemitisme, ook onder autochtonen, nog niet volledig uitgeroeid.

De geciteerde passage is niet in het verkiezingsprogramma gekomen omdat het CDA een toenemende bedreiging ziet van boeddhistische of hindoeïstische zijde. De partij heeft het oog op de ongeveer zes procent van de bevolking die de islamitische normen en waarden aanhangt. Het was mij nog niet zo opgevallen dat die zes procent aanstalten maakt de leidende positie van de overige joods-christelijk-humanistische 94 procent over te nemen. Als ik hun was zou ik er in ieder geval niet aan beginnen tegen zo'n overmacht.

Het is het CDA niet ontgaan dat een deel van de kiezers de islamieten liever ziet gaat dan komen.  Het gaat niet luid meehuilen met de wolven in het bos, maar het mag toch wel enig begrip tonen? "Weet je wat?" zeiden de opstellers van het verkiezingsprogramma. "We schrijven dat uiteindelijk het hemd toch net wat nader is dan de rok, maar dan anders. Wie bedenkt daar nou eens een mooie tekst voor?"
x