vrijdag 16 juni 2017

AUTO

"Er zijn in Nederland 45 automerken waaruit je kunt kiezen. En toch wil haast iedereen dezelfde. Een Volkswagen, Renault of Opel. Volkswagens met een kleine v. Auto's die eenvormig zijn als smartphones, waterkokers en soeplepels." Het PAROOL citeert schrijver Erwin Wijnman.

Zoals bekend, heb ik geen auto, want ik kan niet autorijden. Ik heb zelfs een uitgesproken hekel aan autorijden. Nochtans geef ik graag toe dat de auto een handig instrument is. Diverse keren per week laat ik mij en mijn rollator of scootmobiel erdoor vervoeren. Maar ik kan mijn persoonlijkheid niet uitdrukken in een auto.

De schrijver van het artikel in Het PAROOL begint zo: Een vaalzwarte Mazda 323. Een donkergroene Volkswagen Golf. Een donkerblauwe Opel Astra. Een grijze ­Renault Megane. Een grijze Citroën DS5. En deze zomer komt daarbij: een zwarte Renault Megane.

Als het waar is dat auto's iets zeggen over de bezitter, vertelt dit autoverleden toch een beetje een confronterend verhaal. Want de verslaggever herkent zichzelf er niet in. Of misschien: hij zou het liever anders zien.

Terwijl dít toch echt alle auto's zijn waarover hij de afgelopen twintig jaar heeft kunnen beschikken. Deze auto's, dat is hij. En dat ziet er niet slecht uit, maar daarmee is alles wel gezegd.

Diverse keren is tegen mij gezegd, dat ik zo'n mooi scootmobiel heb. Moet ik mij dan trots voelen? Ik had hem liever niet nodig gehad, maar ben blij dat ik hem heb, omdat hij me zelfstandig houdt. Maar ik heb hem niet uitgezocht om zijn uiterlijke eigenschappen. Dat deed ik ook nooit met een fiets, het enige vervoermiddel dat ik gebruikte voor de scootmobiel. Dat zou ik met een auto ook nooit gedaan hebben. Wat hebben mensen toch met auto's.